Molen van Merbis aan de Zestienhovensekade gezien vanaf de Kleiweg en de Oudedijkse Schiekade - in het midden een spoelingkar met paard en voerman aan de kant gemeerd ligt een spoelingschuit - op de achtergrond de boerderij van Ouwendijk - rechts daarachter de hervormde kerk
De Hoge Molen of Baliemolen van polder Zestienhoven en Oudendijk. De Molen van Merbis.
Deze molen, die al staat aangegeven op de kaart van Fl. Balthazarz uit 1611 als Oudendijkse molen, maalde oorspronkelijk alleen voor de Oudendijkse polder. Toen echter op 23 augustus 1786 toestemming werd gegeven om de inmiddels uitgeveende polders Oudendijk en Zestienhoven droog te malen, werden deze polders samengevoegd onder de naam "Rijs en Daal". Het niet verveende gebied, het meest aan de Schiekant gelegen en ook hoger dan de rest, werd samengevoegd tot de Bovenpolder van Oudendijk en Zestienhoven. Deze molen werd dus met de Zestienhovense molen de bovenmolen van de polder. De oorspronkelijke molen stond aan de Zestienhovensekade, meer naar de kant van Rotterdam dan deze latere molen, die in 1899 afbrandde. Ondanks het feit dat men toen al windmolens uit de tijd beschouwden, liet het polderbestuur door de Overschiese molenmaker De Bruin toch een nieuwe molen bouwen. Dit was een van de laatste nieuw gebouwde molens in Zuid-Holland en hij kwam in 1900 gereed. De molen deed tevens dienst als peilmolen volgens Schielands algemene keur. Wel had men al in 1875 naast de molen een stoomgemaal gebouwd die de Zestienhovense Molen overbodig maakte. De Hoge Molen of De Molen van Merbis, genoemd naar de laatste molenaar, werd door de bouw van een elektrisch gemaal in 1918 overbodig en werd verkocht aan S. Ouwerkerk die hem als woning wilde gebruiken. Maar door een brand, veroorzaakt door blikseminslag, brandde de molen in 1919 geheel af.
Titel | Molen van Merbis |
---|---|
Locatie | Zestienhovensekade |
Jaar | ± 1900 |
Collectie ID | 19693 |