1800

Verbindingen en Tollen

Vrijwel alle groten en bekende mensen van Europa passeerden Overschie op hun weg van Rotterdam naar Delft.

Vrijwel alle groten en bekende mensen van Europa passeerden Overschie op hun weg van Rotterdam naar Delft. Sommigen schreven daarover iets in hun dagboek (Mozart), anderen letten niet op en bleven kaartspelen in de trekschuit. Veel oude reisverslagen bevatten een positieve opmerking over het gezicht op Overschie vanaf de trekschuit. Ook over het relatieve comfort van de vele jaren in uurdienst varende trekschuiten. Maar voor de doorsnee-Overschieënaren waren trekschuit, diligence of postkoets veel te duur. Zij namen de ‘benenwagen’. Vervoermiddelen zouden pas in de 20e eeuw voor meer mensen bereikbaar worden. De 19e eeuw brengt het einde van de trek- of veerschuit.

In 1865 werd een ‘schroefstoombootdienst’ tussen Rotterdam en Delft in gebruik genomen. Tot 1926 zou dit roemruchte Delftse Bootje een regelmatige bootverbinding over de Schie onderhouden met drie stopplaatsen in Overschie: Zestienhovensekade (Theetuin), Voorom en Zweth.

Tussen 1884 en 1890 reed een stoomtram van de IJssel Stoomtramweg Maatschappij tussen Rotterdam en Overschie. Het werd geen succes zodat de nieuwe concessiehouder, de ‘Rotterdamse Tramweg Maatschappij’ terugviel op de paardentram. Deze heeft tot 1924 gereden.

Sinds 1928 worden de openbaar vervoersverbindingen tussen Overschie en omliggende plaatsen met bussen onderhouden. Voor het scheepvaartverkeer en later het particuliere autovervoer waren een hinderlijk en tijdrovend euvel de vele tollen die Overschie kende. Steeds meer werd de oorspronkelijke doelstelling van de tollen – het verschaffen van geld voor het onderhoud van de vaar en landwegen – als een bijzaak ervaren.

De tollen aan de Delftweg en wat nu de Overschieseweg en de Kanaalweg heetten, zouden pas geleidelijk aan in de 20e eeuw verdwijnen.

Meer weten