1500

Over Vlechtwerk en Baksteen

In de Middeleeuwen werden woonhuizen in deze contreien over het algemeen van hout gebouwd. Daarbij gebruikte men ter verbinding houten pennen (‘pen-en-gat verbinding’).

De eerste schriftelijke bronnen waarin de naam ‘Schie’ voorkomt, dateren uit de 11e eeuw. Aangenomen mag worden dat na de Romeinse Tijd – vanaf de derde eeuw – de bewoning van deze omgeving sterk in omvang is teruggelopen maar dat die zich tegen het jaar 1000 weer goeddeels hersteld heeft. Daarbij speelden de ontginningsactiviteiten van de hier wonende edelen en van monniken een belangrijke rol. In ieder geval is het in kerkelijke stukken dat de naam Schie het eerst voorkomt. In een register met teksten ten behoeve van de Eredienst (een ‘Sacramentarium’) van de Abdij van Echternach uit circa 1030 en in later te dateren stukken van de machtige abdij van Egmond wordt de kapel (kerk) te Schie vermeld als dochter van de kerk van Vlaardingen. Het toenemende belang van dorp en parochie van Schie valt af te leiden uit het feit dat de beide abdijen het met elkaar aan de stok krijgen over het recht hier de pastoor te mogen benoemen en belasting te heffen. Pas in 1156 kwam er een schikking tussen beide abdijen. In 1899 ging de oude kerk van Overschie door brand als gevolg van blikseminslag verloren. Deze kerk bevatte nog een aantal resten van de kerk die hier, in Schie, stond in de 12e eeuw. De toren was van wat later datum. Nog ziet men in de tuin van de Grote Kerk stukken – vulkanische – tufsteen van deze kerk liggen. De afmetingen van de kerkzaal uit die tijd (circa 8 m x 24 m) zeggen iets over de omvang van het toen bestaande dorp. Of deze kerk in de 12e eeuw een oudere kerk heeft vervangen, is onbekend. Van de woningbouw in de dorpskern uit die tijd is nauwelijks iets bekend. In 1929 vierde Overschie het 1000-jarig bestaan. Er zijn echter geen aanwijzingen dat het jaar 929 een bijzondere betekenis voor Overschie gehad heeft. Voor die viering in 1929 zijn andere redenen aan te wijzen.

Meer weten