Toen deze molen gebouwd werd was één van de voorwaarden dat hij niet binnen de 377 el van de Spaanse molen mocht staan, daaraan voldeed S.J. Noorda in 1939 toen hij deze molen als specerij molen bouwde. Het was een achtkante houten molen, met riet gedekt op een stenen onderbouw, die met een loods was vergroot. In 1860 kocht de familie Treurniet deze molen en verbouwden hem tot korenmolen. De familie Treurniet bemaalden meer molens, in Berkel en in Schiedam. Van de molen werden in 1928 de as en de roeden verwijderd en ook de balie werd gesloopt, waarna de molen met behulp van een petroleum motor aan het werk bleef. Hij werd toen vooral gebruikt voor het malen van veevoeders. De familie Treurniet verkocht de molen in die staat aan Dhr. L. Punt die hem later weer overdeed aan de molenaars zoon van Voorden. Beiden bleven echter werken onder de naam Fa. C. & J. Treurniet, zodat de molen ook vaak werd aangeduid als de molen van Treuniet. De resten van de molen brandde af in de nacht van 21 op 22 juni 1957, waarmee een van de laatste molens van Overschie verdween, alleen "De Hoop" was nog over.
Op de foto van Treurniet, zoals hij er in het begin van de 20e eeuw nog als windmolen bijstond.
Titel | Windmolen De Schulp |
---|---|
Locatie | Delfshavensekade |
Jaar | ± 1900 |
Collectie ID | 19000 |