Drie Overschiese lotelingen voor de militaire dienst. Dirk van der Zwaal - Arie van der Gaag - Tinus van der Horst.
Volgens traditie staken ze het lootje tussen het lint van hun hoed.
Zie ook nummer 10544A
Gedeelte uit een column van Stef de Ridder, december 1999:
De Loteling en de Vrijwillige Landstorm
In 1919 had mijn vader Henk de leeftijd bereikt dat hij loteling was. Er was in die jaren geen dienstplicht, maar iedere gemeente moest door middel van loting een aantal jongens aanwijzen die een tijdje in het leger zouden dienen om koningin en vaderland te verdedigen. Henk moest loten met nog een paar jongens uit Schiebroek die net zo oud waren als hij. Op de dag van de loting stonden al vroeg een stel vrienden op de werf om hem te vergezellen en hem bij de loting moreel te steunen. Ingeval van in-loten zouden ze zijn verdriet mede weg drinken en ingeval van vrij-loten zouden ze hem helpen het heuglijke feit te vieren. Het hele stel trok naar het gemeentehuisje van Schiebroek om getuige te zijn van het lootje trekken van Henk. Dat jaar moest Schiebroek twee man leveren en er waren zeven lotelingen. Onder het toezien oog van de burgemeester trokken ze hun lootjes. De veldwachter liet iedere loteling op alfabet zijn lootje uit de blikken trommel trekken en de burgemeester, die tevens gemeentesecretaris was, noteerde op een lijst de uitslag van de loting. Henk lootte vrij! Juichend werd hij door zijn vrienden op de schouders gehesen en naar het belendende café gedragen om het vrijloten te vieren. Na dat café werd nog de volgende kroeg aangedaan; de twee kroegen van Schiebroek hadden op de dag van de jaarlijkse loting altijd een goede dag! Aan het eind van de dag stapte Henk enigszins verfromfraaid thuis de werf op. Hij had, volgens de toen geldende traditie, zijn lootje tussen het lint van zijn strooien hoed gestoken, zodat iedereen kon zien dat hij vrijgeloot was. Moeder Jans was blij dat haar jongste zoon niet in de gevaarlijke dienst hoefde; misschien had hij wel helemaal naar Hellevoetsluis, Harderwijk of Maastricht gemoeten.
Henk ging er eerst maar eens een nachtje over slapen. De volgende dagen, toen hij weer in het dagelijkse werkritme zat, vond hij het toch wel jammer dat hij vrijgeloot was. Toentertijd was de militaire dienst een van de weinige mogelijkheden voor jonge knullen om een tijdje uit het ouderlijk huis te breken en wat meer van Nederland te zien. Daarom besloot hij een jaar voor de Vrijwillige Landstorm te tekenen. Maar dat is weer een ander verhaal ...
Titel | Drie Overschiese lotelingen van de Landstorm |
---|---|
Jaar | 1918 |
Personen |
Dirk van der Zwaal Arie van der Gaag Tinus van der Horst |
Collectie ID | 10544 |