Lederwaren fabriek

Lederwaren fabriek Meeussen aan de Theodora Jacobalaan.
1919: Bouwcombinatie bestaande uit: Wout de Kroes (boerderij), Nico Ouwerkerk (in natuursteen) en Victor W.J. Meeussen. De fabriek is gebouwd in 1920 en er boven stond: "Lederwaren fabriek V.W.J. Meeussen". (in de dertiger jaren ook ornamenten voor elektrische lampen). Meeussen (geboren 1888) had zijn lederwaren fabriek van 1912 tot 1920 in de Lischstraat / St. Agathastraat in Rotterdam. In 1920 verhuisde hij met de fabriek naar de Theodora Jacobalaan. Daarbij hielpen Arie Sluiter (chauffeur bij Meeussen) en Karel van Beest (loopjongen). Chef van de naaimeisjes (ca. 10) was Willems. Baas van de leerafdeling (ca. 12 man) was De Bie. Stien Meeussen (zus) werkte er, en ook Jef (broer), die zat op kantoor. Ze maakten o.a. aktetassen van wasdoek en pantoffeltjes en daarvoor hadden ze zelfs een modelmaker die de nodige leesten maakte. Er waren ook drie vertegenwoordigers in dienst. De Galvanische Industrie, opgericht 18 januari 1936, kreeg eerst het achterste deel van de fabriek in huur (huisnummer 7) en had later van de erven Meeussen het gehele complex in huur (nrs. 3 t/m 9). Ze verlieten het pand in 1984, waarna het is gesloopt.

Vastgelegde informatie over deze foto