In de 17e eeuw lieten steeds meer vermogende burgers schilderijen maken of kochten die. Tussen 1680 en 1690 woonde in de Overschiese Dorpsstraat de bekende schilder Abraham van Beyeren.
In de 17e eeuw lieten steeds meer vermogende burgers schilderijen maken of kochten die. Tussen 1680 en 1690 woonde in de Overschiese Dorpsstraat de bekende schilder Abraham van Beyeren. Hij schilderde vooral stillevens. In 1689, niet lang voor zijn dood, werden in de Overschiese herberg ‘De Vergulde Valck’ tien van zijn schilderijen geveild.
Van wat oudere datum – midden 17e eeuw – dateert het oudste schilderij van Overschie, dat het Overschiese Museum bezit. Het is een op paneel geschilderd werk van de Haarlemse schilder Cornelis Decker: Een gezicht vanaf de Schie met in het midden de dorpskerk en een ooievaarsnest op het dak. Decker schilderde in de trant van Jan van Goyen, die ook een tekening van Overschie maakte.
Over andere takken van kunst in die tijd weten we niet zoveel. Wel bezat Overschie een eigen Rederijkerskamer, waarvan de leden gezamenlijk de dicht- en voordrachtskunst beoefenden: De Rederijkerskamer ‘De Drie Roode Rozenknopjes’.