Deze eeuw staat voor ons land bekend als een eeuw van toenemende welvaart. Overschie pikt daar inderdaad een graantje van mee maar voor de meeste mensen bleef het hard sappelen.
Deze eeuw staat voor ons land bekend als een eeuw van toenemende welvaart. Overschie pikt daar inderdaad een graantje van mee maar voor de meeste mensen bleef het hard sappelen. Een flinke onderlaag bleef afhankelijk van de bedeling (armenzorg). Er waren hoge sterftecijfers en veeziekten bleven ons land teisteren. De toenemende welvaart kwam onder meer tot uitdrukking in verfraaiingen van de kerk. Er kwam een nieuwe spits op de toren met hetzelfde uiterlijk als de huidige spits. Er kwamen meer stenen huizen en het bevolkingsaantal nam toe. Tussen 1632 en 1732 verdubbelde het aantal huizen tot ongeveer 230. In het derde kwart van de 17e eeuw woonden er ongeveer 900 mensen in Overschie.
Ook het bestuur werd ingewikkelder. Op het Delftse Stadhuis vaardigden de Burgemeesters van Delft – de stad bezat de ambachtsheerlijkheden van Overschie en Hogenban – talrijke regels voor ons dorp uit. In 1661 lieten zij een groot Tolhuis langs de Schie (naast het Veerhuis) bouwen om tol te kunnen heffen van de passerende schepen. Zelfs de benoemingen van de predikanten in Overschie vereisten hun goedkeuring. De in 1662 in steen vernieuwde Hoge Brug met het daarin aangebrachte stadswapen herinnert nog altijd aan de macht van de stad Delft in die tijd.